Chupa Chups werd in 1958 onder de naam Gol op de markt gebracht. De bedenker, de Spanjaard Enric Bernat, zag dat kinderen kleverige handen kregen van snoep en kwam op het idee om er een stokje in te steken. Een aardig idee, maar het snoepgoed verkocht niet goed. Bernat nam een reclamebureau in de arm dat met het merk Chups kwam, afgeleid van het Spaanse woord voor zuigen; chupar.
In de eerste radiospotjes van het merk werd de slogan “Chupa … Chups” gebruikt. Een zin die al snel een eigen leven ging leiden onder het publiek. De kreet werd zo bekend dat het lollymerk in 1961 de naam veranderde in Chupa Chups. Hun logo bestond in die begindagen uit de woorden Chupa in zwarte letters en Chups in rode. De achtergrond was opvallend geel gekleurd.
Hulp van Salvador Dalí
Waar Bernat tevreden was met de naam, was hij dat over het logo allerminst. In 1969 klaagde hij daarover bij zijn vriend Salvador Dalí. Het verhaal wil dat de surrealistische kunstenaar een madeliefje tekende met daarin het woordmerk in zwierige letters. Geen kunst zou je zeggen. Toch bedacht Dalí iets heel slims. Zijn ontwerp zou bovenop de lolly geplaatst moeten worden, in plaats van op de zijkant. Hierdoor zou het logo altijd zichtbaar zijn. En dat had de artiest goed bedacht.
Het merk is inmiddels eigendom van de Italiaanse multinational Perfetti Van Melle, bekend van onder andere Mentos en Fruitella en produceert naar schatting 12 miljoen lolly’s per dag. De fabrikant verkoopt 4 miljard Chupa Chups per jaar in 108 landen. Best een groot succes voor snoep op een stokje.